Naar hoofdinhoud
Théâtre National Wallonie-Bruxelles
Interview

We hebben verhalen nodig om de werkelijkheid te verklaren

Susanne Kennedy

ANGELA (a strange loop)
© Franziska Sinn

Interview met Susanne Kennedy

ANGELA (a strange loop) is niet je eerste project met een vrouwelijke hoofdrol.

Er is inderdaad een link met mijn andere toneelstukken, vooral het vorige, Jessica, an incarnation, dat ik in februari 2022 bij de Volksbühne in Berlijn realiseerde. Ze maken deel uit van een reeks die lijkt te zijn begonnen met Women in trouble uit 2018. ANGELA (a strange loop) richt zich op een vrouwelijk personage en nodigt het publiek uit tot een zintuiglijke, visuele en fenomenologische ervaring. Met ANGELA onderzoek ik de idee van transformatie. Kunnen we naar een leven onder de microscoop kijken? Terwijl Jessica als personage een nogal profetische figuur was, zit Angela gevangen in haar routine. Ze is een vrij gewone vrouw, hoewel ze lijdt aan een niet nader genoemde ziekte. Het viel me op dat de meeste mensen die na de pandemie aan langdurige Covid leden, vrouwen waren… Het lichaam lijkt zichzelf aan te vallen, zoals bij een auto-immuunziekte. Bij langdurige Covid blijft het lichaam reageren lang nadat de ziekte is verdwenen. Bij het opzetten van het stuk heb ik me niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, en ik wilde het ook niet hebben over de effecten van Covid, maar het is wel een kwestie die me opviel, en waar ik verbanden in zag. Angela’s ziekte lijkt meer op een soort koorts, maar het blijft vrij vaag. We begeven ons in een metafysische droom, geplaagd door een aantal vragen. Wat betekent het om in leven te zijn? Om te lijden? Het personage lijkt een cruciaal en onvermijdelijk moment in haar leven te hebben bereikt, een waarop haar lichaam “nee” zegt en afstand van zichzelf moet nemen. We zijn getuige van een verdwijning, zonder te weten waar Angela is gebleven. Wanneer ze terugkeert, vertelt ze ons over een parallelle wereld, een soort dood, een bezoek aan de onderwereld, ver buiten de wereld. Het heeft iets fantastisch, iets bovennatuurlijks. Ik flirt graag met de esthetiek van de sciencefiction, waar één ruimte meerdere betekenislagen kan bevatten. We verschuiven van het werkelijke naar het bovennatuurlijke, we leven in een wereld, dan weer in een andere. Droom? Werkelijkheid? Parallelle werelden waarin één gebeurtenis door verschillende personen kan worden beleefd, en dus door verschillende acteurs kan worden vertolkt. Dit soort zintuiglijke verwarring, die ons beeld van de werkelijkheid op losse schroeven zet, fascineert me; het is vaak het beginpunt voor een mythologie. We hebben verhalen nodig om de werkelijkheid te verklaren, vooral datgene wat moeilijk te verklaren valt.
 

Kan je je schrijf- en regieproces schetsen bij het creëren van die werelden die tussen het reële en het surreële in liggen?

Het schrijfproces duurt behoorlijk lang. Ik schrijf ideeën op, flarden van dialogen die ik op straat of in YouTube-video's heb opgevangen of in de krant heb gelezen. Ik verzamel die verschillende referentiepunten in een bestand, als een soort van patchwork. Ik ga niet aan een tafel zitten voor een leeg blad, want het schrijven van een toneelstuk maakt deel uit van mijn dagelijkse routine, van de situaties die ik meemaak. Het taalgebruik is vrij algemeen. Ik gebruik graag gemeenplaatsen of banale en niet-specifieke zinswendingen. Ik kan ze gehoord hebben in een tv-programma, of in een gesprek over het weer. We weten nooit echt wat de personages in het stuk denken of voelen. Het creëert een gevoel van bevreemding, omdat we verwachten dat dit laagje fatsoenvernis elk moment kan worden doorbroken. Ik wilde de toeschouwers Angela’s slaapkamer laten zien, terwijl we haar leren kennen in haar dagelijks leven als YouTube influencer die over haar ziekte post op sociale media. Het stuk begint net als een tv-programma, met een reeks scènes, heel eenvoudige scènes uit haar dagelijks leven die zich afspelen in haar slaapkamer, waarna alles geleidelijk verschuift naar een andere werkelijkheid, naar het bevreemdende. De tekst draait rond vijf personages: Angela en drie naaste familieleden, haar moeder, haar lief en een goede vriend. Het vijfde personage is een grensfiguur, een soort silhouet dat haar vergezelt op haar weg naar het vreemde, naar deze onderwereld, deze hel, als we een woord moeten gebruiken dat voor iedereen wel iets zal betekenen. De scenografie maakt veelvuldig gebruik van videoprojectie. De witte muren van haar leefruimte veranderen naarmate het verhaal zich ontvouwt door middel van geprojecteerde beelden die de realiteit van haar dagelijks leven volgen en vervolgens deel gaan uitmaken van die overgang naar een ‘bovennatuurlijke’ ruimte. Het geluidsontwerp speelt ook een belangrijke rol en begeleidt ons naar het vreemde. Alle dialogen zijn vooraf opgenomen in een studio en worden vervolgens weer afgespeeld; geen enkele acteur spreekt rechtstreeks. Het vereist een zeer nauwkeurige en technische lipsynchronisatie van hun kant. Er is geen diëgetisch geluid, er komt niets van het toneel. Het krijgt het karakter van een perfecte pantomime, het creëert een subtiele kloof tussen wat echt en wat onecht is in de werkelijkheid zelf.


In je creatieve proces gebruik je veel verschillende technologieën om onze perceptie van de werkelijkheid te onderzoeken.

Ik werk samen met multimediakunstenaar Markus Selg en een vast team van kunstenaars, waaronder geluidsontwerper Richard Janssen. Samen met videokunstenaar Rodrik Biersteker verkennen we vaak zeer technologische vormen. In een van onze vorige voorstellingen, volledig gebaseerd op virtual reality, droeg elke toeschouwer een koptelefoon. Het is een creatief proces dat wij al langer verkennen. Alle werkelijkheid is voor ons virtueel… Antonin Artaud zei het zelf, vanuit de idee dat theater een plek is die herschept, die de werkelijkheid simuleert en onze waarneming manipuleert. Het laat ons toe deze werkelijkheid, die we vaak als vanzelfsprekend beschouwen en waar we zelden aan twijfelen, in vraag te stellen. Ik probeer altijd onze perceptie van dingen in twijfel te trekken, om ons oordeel op losse schroeven te zetten en onze zekerheden in vraag te stellen. Zo creëer je een miniem gevoel van holheid of leegte. In de afstand tussen de lichamen van de acteurs en de vooraf opgenomen stemmen lijken de woorden overeen te komen met de gebaren van de personages, maar ze komen niet helemaal overeen. Er zit een kleine vertraging op, die ons begrip en onze perceptie van een actie verstoort. Het is die ongelijke afstemming die me interesseert. De bewegingen van de lichamen worden een soort spel, de verhouding tot de spraak wordt een vorm van manipulatie van ruimte en tijd, alsof we gehypnotiseerd zijn of koortsig ijlen. Dat is ook de staat waarin ons hoofdpersonage Angela verkeert. Bovendien heeft Angela's slaapkamer een deur aan beide kanten. We kunnen met in- en uitgangen spelen. Het betreden van een ruimte laat altijd een spoor achter, en het verlaten ervan kan dat spoor uitwissen of transformeren. De set zou niet alleen Angela's slaapkamer kunnen zijn, maar ook de set van een reality-tv aflevering of van een film. Die ruimte heeft iets heel alledaags. Tegelijk persoonlijk en onpersoonlijk. Krijgen we het dagelijkse leven, de realiteit van het personage te zien? Of een geënsceneerde versie van haar werkelijkheid?
 

De andere realiteit die Angela zal ervaren is geïnspireerd op dromen, op jouw fascinatie voor sciencefiction werelden. Maar je had het ook over mythologie…

Hoewel ANGELA niet is gebaseerd op een specifieke mythe, hou ik van het idee van mythologie. Ik ben gefascineerd door het vermogen van de mens om de wereld te verklaren en te herscheppen door middel van verhalen over denkbeeldige, funderende feiten. Ik heb veel tijd besteed aan het bestuderen van de geschriften van Carl Gustav Jung over transformatie en individuatie, dat wil zeggen het vermogen van een individu om zich te onderscheiden van andere individuen van dezelfde soort, dezelfde groep, zelfs dezelfde samenleving. Ik verken ook graag het idee dat we het donker, of de duisternis in meer mythologische termen, moeten ingaan en onze demonen onder ogen zien om onszelf te transformeren en te redden. Die vragen komen in alle grote mythen voor. Er zijn zoveel verhalen over pijnlijke en gevaarlijke reizen die eindigen met een transformatie van de protagonist. ANGELA heeft natuurlijk niet de dimensie van een Odyssee, maar ik hou van het idee dat ze een vrouw is, met een heel alledaags, heel gewoon verhaal, en de manier waarop deze eenvoud uiteenvalt en desintegreert tot een meer complexe en verborgen werkelijkheid. Dingen gebeuren rondom haar eerder dan dat zij ze veroorzaakt. Angela blijft een mysterie, we weten niet echt wat ze denkt of voelt. Ze is vrij passief, als een leeg scherm waarop we onze eigen verlangens kunnen projecteren.

– Interview door Moïra Dalant voor het Festival d’Avignon 2023

© Gloria Scorier