Naar hoofdinhoud
Théâtre National Wallonie-Bruxelles

Wie vecht kan verliezen, maar wie niet vecht heeft al verloren

(Bertolt Brecht)

Veel kunstenaars van de programmering voor 19/20 zijn trouwe verhalenbouwers die de recente seizoenen van Théâtre National Wallonie-Brussel mee vormgaven. Maar er zijn ook nieuwkomers. Of ze nu solo of in groep optreden, internationale erkenning genieten of pas afgestudeerd zijn..., ze geloven allemaal in hedendaagse creatie en ze laten hun verteltechnieken mee-evolueren met een wereld die volop in beweging is. Soms begrijpen ze die wereld niet, maar ze willen kost wat kost getuigen over de mensheid en de menselijkheid, een gevoelige vinger aan de pols houden.

Die behoefte om te creëren heeft als drijfveer een hartsgrondige verontwaardiging. Niet de drang om een tekst of een thema te ontdekken is de motor, maar de fundamentele plicht om waakzaam en strijdbaar te zijn, om met het vaandel van de schoonheid in de hand weerstand te bieden aan het identitair populisme.

Het seizoen is opvallend veelvormig: er is dans, documentair theater, komedie; er zijn onze lokale ‘Studio TN’-creaties en samenwerkingen met Braziliaanse, Russische, Marokkaanse, Italiaanse of nog Catalaanse kunstenaars en burgers, die allemaal in het brandpunt van de actualiteit leven... Samen vormen al die producties een verontrustend portret van onze dagelijkse realiteit, van de wereldwijde greep van kwalen als protectionisme, nationalisme en de obsessie met de eigen gemeenschap.

Een voor een belichamen die kunstenaars, met hun unieke toneeltaal, op hun specifieke manier, een facet van onze complexe identiteit. Zij namen het moedige besluit om te kiezen voor de rust, de empathie, de dialoog en de gedachtewisseling. Want er is moed voor nodig om hier en nu, als klokkenluid(st)er, op dit wereldtoneel te staan.
Er is moed voor nodig om het woord te nemen in een tijd die vermorzelt, waarin de cultuurministeries zoek zijn.
Er is moed en vastberadenheid voor nodig om elke dag opnieuw de afwijzing van een kunstenaarsstatuut naast zich neer te leggen, die kaakslag in de loge achter te laten en de speelvloer te betreden om dit werk van algemeen belang en van openbaar nut uit te voeren.

In die context van afbrokkelend saamhorigheidsgevoel, van worstelingen en groeiende kloven kiezen de KVS, de Munt en het Théâtre National ervoor hun krachten te bundelen in het Troika-project, een grootschalig gemeenschappelijk platform dat de dansprogramma’s van de drie huizen voor iedereen toegankelijker maakt. Wanneer taal geen hindernis meer vormt, helpt de kunst om de onzegbare rijkdom van onze diversiteit te onthullen. Troika is een uithangbord voor ondeelbare unie. We maken het initiatief bewust bekend vóór de federale, regionale en Europese verkiezingen van 2019 – een symbolische boodschap die we de politieke wereld influisteren.

En doordat we de mobiliteit van het publiek bevorderen tussen de drie belangrijkste creatiehuizen van de hoofdstad, is het ook en vooral een aanmoediging om de muren te overbruggen die door onze eigen stad lopen.

De foto’s in de brochure maken deel uit van Matthias Bruggmanns reeks Un acte d’une violence indicible (Een daad van onzegbaar geweld). Ik word geraakt door de gelaagde kijkervaring die deze beelden teweegbrengen. Zoals uit de titel blijkt, ziet men eerst een onuitsprekelijk geweld, de onontkoombare hardheid van de dagelijkse realiteit waarmee de artiesten van dit seizoen zich meten. Maar de fotograaf weerstaat de verleiding van een oppervlakkige lezing van dit geweld; hij is vastbesloten ook kracht in die rampzalige taferelen te laten zien. Zo brengen die onmenselijke situaties een nieuwe menselijkheid teweeg, zo helpt de kracht der verbeelding te bouwen aan een betere toekomst. Op één meter afstand is de verleiding groot om de blik af te wenden, maar de fotograaf raapt al z’n moed bij elkaar en... bouwt een verhaal.

Een verhaal om te dansen, te beschouwen, te bewonderen, te ontroeren, te lachen... een verhaal om de wereld opnieuw te betoveren. Een verhaal om zich te vermaken zonder zich te laden afleiden.

— Fabrice Murgia

© Gloria Scorier